Posts By :

Amber Arlar

13 december 150 150 Rouwen en Vieren - Amersfoort

13 december

SHANNON SCHRIJFT

13 december

Vandaag, 13 december 2024, de eerste opbouwdag van de derde editie van de kas.

Vandaag, 11 jaar geleden, 13 december 2013: na veel wikken en wegen besluit ik dat ik de training die ik die dag op het werk heb, misschien beter later kan volgen. Het is een opfris trainingsdag over iets wat op dat moment bijna dagelijks aan de orde is: fysieke agressie.
Internet geeft aan: dat in deze training wordt getraind hoe we op humane en effectieve wijze de controle terug krijgen in extreme geweldsituaties. De heftigste maatregel in deze training: een patiënt onvrijwillig moeten separeren omdat diegene dusdanig gevaarlijk is voor hemzelf of ons, het personeel. Ik heb niet geslapen die nacht, dat komt steeds vaker voor. Het is geen mega ramp die afmelding: ik bezorg mijn collega’s geen probleem want ik sta immers niet op de afdeling.

Ik haal die training echter nooit meer in.

Ik viel uit in mijn werk als sociotherapeut en verpleegkundige op een Forensisch Psychiatrische afdeling. Ik viel uit in mijn werkfunctie maar daarmee ook in het leven.

Ik herinner me hoe Malou vorig jaar, in de aanloop naar deze dag, 10 jaar later vroeg of ik iets op deze dag ging doen, ik reageerde wat nukkig. In al die jaren heb ik nooit stil willen staan bij deze dag omdat ik in het dagelijkse leven al zo geconfronteerd wordt met waar deze dag voor staat.
Maar ze had gelijk, dus ik vroeg mezelf af wat ik op deze dag zou willen, waar ik het liefste zou willen zijn. Ik had ‘s middags een afspraak met mijn therapeute dus ik besloot daarna door te reizen naar de begraafplaats. Die therapie sessie was ontzettend lastig, mijn afspraak liep daardoor uit en een ingewikkeld OV zorgde ervoor dat ik veel later aankwam op de begraafplaats.
Waar ik het liefste wilde zijn op deze dag was bij haar. Ook al is ze daar, op de natuurbegraafplaats, nooit levend geweest. Ze voelt daar dichterbij dan op de plek waar ik haar leerde kennen, want dat is de plek waar ze stierf, waar ik haar zag sterven.
De natuurbegraafplaats is zen, vredig, mooi, maar in de schemer wilde ik er helemaal niet zijn.

Voor mijn gevoel kon ik geen kant op, de schemer werkte verlammend en met paniek in mijn lijf belde ik één van haar zonen. Ik herinner me dat er ooit tegen me is gezegd dat ik moet bellen als er iets is. Hij en zijn gezin wonen het dichtst in de buurt van de begraafplaats en zij verloren haar ook.
Zo eindigde ik op deze grijze, regenachtige namiddag met een grote mok thee in mijn handen bij ze aan de keukentafel. Er was al heel lief besloten dat ik mee zou eten en ik mocht absoluut  niet meehelpen met ook maar iets van het eten voorbereiden.
‘’Leer maar dat er voor je gezorgd wordt” kreeg ik warm te horen.

Dus daar zat ik nippend aan de thee, af en toe een hond knuffelend, in alle warmte van dit huis en deze fijne mensen, de veiligheid ook weer in mezelf te vinden, terwijl we praten over dingen die er toe doen.

En vandaag, 13 december 2024, bouwen we de kas weer op, voor alweer de derde editie. Vandaag geen heftige incidenten op het werk, waardoor er ongemerkt scheuren ontstaan in wie ik ben, geen schemerige begraafplaatsen die me angstiger maken dan de dood ooit deed. Er waren vooral koude tenen van de uren buiten aan de slag zijn. Er was samenwerking, af en toe misschien een beetje zenuwen, maar het was vooral goed en kloppend, zo kloppend.

We zijn er klaar voor, kom maar op Rouwen en Vieren Amersfoort 2024!

En vandaag, 13 december 2024, waren er vooral koude tenen van de uren buiten aan de slag zijn, maar het was vooral goed en kloppend, zo kloppend.

Zoals het komt 150 150 Rouwen en Vieren - Amersfoort

Zoals het komt

SHANNON SCHRIJFT

Zoals het komt

Ik kan mezelf niet dwingen om over een bepaald onderwerp te schrijven, er is ook geen recept waardoor ik kan schrijven. Ik denk dat mijn hart een percentage aan emoties en gevoelens kan hebben, waarna mijn hoofd het overneemt in de vorm van zinnen op papier.

De afgelopen dagen schreef ik stukjes tekst, maar het lukte me niet om er één geheel van te maken. Het loopt niet en ik weet ook niet zo goed wat ik ermee wil zeggen. Vanochtend realiseerde ik me dat dit onderwerp niet is wat me nu het meeste bezighoudt. Dus ik liet de flarden van tekst los.

Mijn vader is ziek, geen verkoudheid of een griep, maar echt goed ziek. Hij heeft tumor resten in zijn hoofd die niet verwijderd kunnen worden.

Door omstandigheden was mijn vader er niet toen ik opgroeide en ben ik hem zo’n 10 jaar geleden gaan zoeken. Ik schakelde een organisatie in want ik liep constant tegen wetgeving aan. Een Amerikaanse ex-militair zoeken bleek moeilijker dan gedacht. Mijn tante vond hem uiteindelijk door elk telefoonnummer te bellen dat ze kon vinden van personen met dezelfde achternaam als de mijne.

Een gevoelsmatig tikkende tijdbom ook al zijn de tumor resten rustig, ze ‘slapen’ en ik ben huiverig voor wat er gebeurt als deze resten wakker worden. Naar alle waarschijnlijkheid zullen ze agressiever ontwaken. Mijn hoofd wil graag controle hebben en naast de verslagen van de artsen heb ik alles gelezen wat er te lezen valt over deze vorm van kanker. 

De afgelopen jaren waren hobbelig, de duizenden kilometers afstand tussen ons zijn ingewikkeld, het tijdsverschil en achteraf gezien een groeiende tumor die zich nog niet kenbaar maakte maar met waarschijnlijk al de nodige gevolgen maakte het er niet makkelijker op. Een genetische band, maar elkaar niet kennen. Met allebei onze eigen overtuigingen, karakters en dingen invullen voor de ander. Mijn vader wilde mijn leven nooit overhoop halen en ik nam het hem kwalijk dat hij niet voor me gevochten heeft, althans niet in hoeverre ik dit gemerkt heb.

Het kostte me een hele tijd om te durven toegeven dat ik hem wil bezoeken, ondanks alles wat er is en dat is veel. Het kostte me jaren om te kunnen voelen en om later hardop te durven zeggen: “Ik wil jou zien, ook al weet ik niet wat jij daarvan vindt”. Opkomen voor mijn eigen behoeften ook al is er een kans dat dit niet wordt beantwoord door de ander. Een kwetsbaar risico. 

En zo had ik mijn vader vorige week aan de lijn. Met vanuit mij de insteek om hele praktische dingen te bespreken nadat ik eerder het serieuze idee van hem bezoeken via een tekstbericht had geopperd. Hij zat vol met ideeën, want New York bezoeken met een vroegere local is anders dan de toeristen ervaring. Hij was enthousiast en opgewekt en kletste ronduit. Hij vond dingen heel logisch ‘’omdat ik zijn dochter ben’’. Hoe kwetsbaar ook, gaf ik aan dat ik twijfelde of hij me wel wilde zien. 

In 2017 zijn we elkaar op 20 minuten misgelopen in New York toen ik mijn oma, zijn moeder, bezocht. Zij was aan haar laatste levensfase begonnen en ik wilde haar graag nog een knuffel geven. Hij vertelde hoe hij hoopte dat ik had besloten om daar in de buurt te gaan winkelen, met een foto van toen ik 3 jaar oud was in zijn hand, is hij elke winkel ingegaan en heeft hij aan het winkelpersoneel gevraagd of iemand mij gezien had. In de hoop dat hij me nog zou vinden. 

Ik heb dit nooit geweten. Het veegde mijn negatieve overtuiging in één keer onderuit. Dit waren woorden waarvan ik niet wist dat ik ze nodig had om te horen.

En dan blijft het feit dat er tumor resten zijn, kanker, in zijn hoofd.

Hij is er nog, hij noemde mijn naam, ik hoorde zijn stem, hij maakte grapjes, hij verontschuldigde zich en probeert nu er te zijn in hoeverre dat kan, maar toch is er rouw. Die rouw was de afgelopen week zo aanwezig: rouw om wat ik gemist heb, rouw dat ik zonder mijn eigen vader heb moeten opgroeien, rouw omdat dingen anders gegaan hadden kunnen zijn als hij er wel was geweest. Maar ook rouw voor wat er nog komen gaat.
Eerlijk gezegd ben ik doodsbang voor wat er komen gaat, angst om deze hechting met mijn eigen vader verder aan te gaan want de kans dat hij er over een paar jaar nog is, is klein.
Maar terwijl ik die angst vast pak probeer ik bewust deze hechting aan te gaan omdat ik wil geloven dat dit helend gaat zijn. Liever iets gehad hebben, hoe kort ook en het dan verliezen, dan het nooit gekend te hebben. Want ook iets wat je niet gekend hebt kan je op een dieper niveau ontzettend missen.

Ik weet nog steeds niet zo goed wat ik wil zeggen met deze tekst, misschien moet ik het gewoon even kwijt. Een soort van ‘voorbereidende’ rouw terwijl ik tegelijkertijd dankbaar probeer te zijn voor de woorden die ik van mijn vader krijg. Misschien is dit een beetje het vieren van wat er nu is.. en zie daar: Rouwen & Vieren.

Een soort van ‘voorbereidende’ rouw terwijl ik tegelijkertijd dankbaar probeer te zijn voor de woorden die ik van mijn vader krijg.

Voorzichtige dankbaarheid 150 150 Rouwen en Vieren - Amersfoort

Voorzichtige dankbaarheid

SHANNON SCHRIJFT

Voorzichtige dankbaarheid

Op het moment dat ik dit schrijf loopt de maand oktober alweer op zijn eind. 2 jaar geleden zat ik in de verwoestende ravage die de leegte van haar dood veroorzaakte. De weken van het waken zaten erop: waar ik aan de ene kant overleefde en mijn wereld stil stond, maar waar ik nog nooit zo volledig in het nu heb geleefd. Waar ik elk moment bewust en onbewust in mijn vezels opsloot, soms tegen beter weten in. Waar haar daadwerkelijke dood – het stoppen met het kloppen van haar hart – enkele seconden duurde, zo eindeloos was de leegte die ze achterliet. 

De allereerste keren na haar dood, na een paar uur wakker worden in een wereld waar ze niet meer leefde. Onder de douche stappen en mezelf forceren om te bewegen.
Om door te gaan. 
Te eten, te praten, te huilen, te vloeken, te leven. 

Keuzes die volgde: haar weer zien de volgende dag en de dag erop en die dag daarop, gevolgd door een moment dat het misschien beter was om haar niet meer te zien.
Afwegen of ik wilde spreken op haar uitvaart, mijn naam op de rouwkaart zien, eindeloos jurken bestellen en uiteindelijk toch uitkomen bij één van de eerste jurken die ik vond.

De condoleance en haar uitvaart: waar alles in mij schreeuwde dat ik daar niet hoorde te zijn maar er was geen andere plek op deze wereld waar ik wilde zijn. 

Haar spulletjes uitzoeken, opruimen en weggooien. De ruimte waarin ze zo levend was, werd steeds leger en kleiner, totdat het langzaam verdween. Al het fysieke, het bewijs dat ze hier was, op deze wereld glipte door mijn vingers. En er was niks wat ik hier tegen kon doen.

Waar ik 2 jaar geleden in de oorverdovende stilte van haar overlijden zat, zo zit ik nu achter de laptop aan de keukentafel.
Een potje trots te zijn in mijn Rouwen & Vieren Amersfoort trui. 

Waar ik 100% achter het ‘vieren’ aspect van de kas sta en ik dit met heel mijn hart kan overbrengen, worstel ik zelf, hoe tegenstrijdig ook, met de zingeving van haar dood. 

Ik wilde vasthouden aan het gegeven dat het leven rond deze rouw op den duur weer groter wordt. De rouw zal nooit kleiner worden. Waar de rouw in eerste instantie alles in beslag neemt, komt er langzaam meer ruimte voor leven. Dat was ergens geruststellend, maar het helemaal geloven kon ik niet. 

2 jaar geleden schreef ik dat ik de reden niet begreep, dat zij stierf en ik verder moest leven in een wereld zonder haar. Ik schreef dat ik voelde dat dit niet voor niets zou zijn, er moest een reden zijn voor dit verdriet, voor mijn verlies.
En zo zit ik vandaag achter mijn laptop, in mijn Rouwen & Vieren Amersfoort trui, onderdeel van het kernteam in Amersfoort. Ik kijk of er nog mailtjes van vrijwilligers binnen zijn gekomen en of ik nog aanmeldformulieren moet verwerken.

Voorlopig niet dankbaar voor deze rouw en dit verdriet, niet dankbaar voor het leven dat haar verliet. Maar voorzichtig dankbaar voor de route die ik neem door haar. Dankbaar voor het leven wat inderdaad langzaam weer groter wordt. 

Waar leegte was, is leven gekomen.

Voorlopig niet dankbaar voor deze rouw en dit verdriet, niet dankbaar voor het leven dat haar verliet.
Maar voorzichtig dankbaar voor de route die ik neem door haar.

Dementie 150 150 Rouwen en Vieren - Amersfoort

Dementie

SHANNON SCHRIJFT

Dementie

‘’Hoe heette ze ook al weer?’’

“Je weet wie ik bedoel, ik kwam haar hier na 30 jaar weer tegen’’.

Dit is het moment waarop mijn adem stokt en jij je herinnert hoe ze heet.

We zijn op de plek waar ze beide terecht kwamen vanwege hun dementie. Voor haar, één van haar beste vriendinnen van vroeger en voor mij, de veilige haven die ik zo gemist heb.

Dementie is zo iets ongrijpbaars.. waar je het ene moment mijn naam niet weet en moet spieken op mijn naamkaartje. Waar je het andere moment opkijkt van je krant, me begroet met mijn naam bij binnenkomst en verder gaat alsof ik totaal niet verwonderd ben over het feit dat je mijn naam nog weet.

Maar altijd komt er een moment waarop je mij met haar linkt, zonder dat ik zelf over haar begin.

Je vroeg me of je de afscheidsbrief die je voor haar geschreven had nog hebt voorgelezen. Ik pauzeerde want ik moest mezelf herpakken waarop je invulde dat ik dat misschien niet meer weet en toen vroeg je of ze hier stierf. 

Ik reageerde dat ik bijna alles van die dag nog weet, want alle kleine details zitten in elke vezel van mijn zijn opgeslagen. 

Dementie is kneiterhard, waar je soms vergeet dat ze er niet meer is en ik je moet vertellen dat ze stierf. Ik probeer je het zelf te laten herinneren maar soms moet ik je wereld weer opnieuw vermorzelen. 

Soms voel ik me schuldig dat ik de link ben, de link naar haar, de link naar die rouw. Ik vraag me dan af wat die link is.. mijn naam? Mijn stemgeluid? De manier waarop ik je naam zeg? Mijn geur? Ik vroeg het aan je vanavond en ik kreeg een simpel antwoord: dat ik haar ook ken en dat ze dan makkelijk over haar praat. Dat ik het niet erg vind om haar naam te horen. Ik lachte zacht, ze moest eens weten hoe fijn ik het vind als haar naam genoemd wordt. 

Dementie is herhaling, ik heb het verhaal dat jullie liever in de Langestraat liepen dan in de klas zaten al zo vaak gehoord dat ik het kan vertellen alsof het mijn eigen herinnering is. De Vespa club kan ik bijna voor me zien, hoe levendig je er over verteld. Soms ben je verbaasd dat ik iets aankaart wat je zelf verteld hebt, maar ik luister altijd alsof ik het voor het eerst hoor. Soms verschillen de jaartallen of haal je namen door elkaar maar de kern blijft hetzelfde.

Je kijkt altijd weg op het moment dat je geraakt wordt. Tranen in je ogen en je stem slaat over. Ik probeer altijd contact met je te maken, de verbinding met je te houden en vanavond vroeg ik of je een knuffel nodig had, de woorden verwarde je dus ik vroeg je of ik je even vast moest houden. Je wuifde het weg, ik weet stiekem dat je die emoties lastig vind. 

Dementie is rouw, dementie is verlies, dementie zorgt ervoor dat er in een verlies situatie nog meer rouw bij komt kijken. Maar dementie is voor mij ook verbinding, verbinding op een laag die niet meer gesproken wordt.

“Goh, wat mis ik haar’’ en met een teneergeslagen zucht noemde je haar naam.

Ik kon het alleen maar beamen: ‘’ik weet het, ik ook’’.

Ik lachte zacht, ze moest eens weten hoe fijn ik het vind als haar naam genoemd wordt. 

Geboortemaand 150 150 Rouwen en Vieren - Amersfoort

Geboortemaand

SHANNON SCHRIJFT

Geboortemaand

Bij verjaardagen horen cadeautjes, ik kan oprecht blij worden om het perfecte cadeautje voor iemand te vinden. Misschien vind ik dat nog wel leuker dan zelf cadeautjes krijgen.

In het eerste jaar na haar overlijden, zocht ik naar andere vormen om wat met die liefde te doen.

Ik wilde stilstaan bij haar geboortemaand.

Ik herinnerde me een kaartje in een la, zo eentje die je vast kan maken aan een cadeautje of een bos bloemen. Toen ik het kaartje opdook in een soort van rommel la zag ik dat er een rood glimmend hartje was gedrukt op het puntje boven de i. Perfect want ik maak hartjes in de teksten die ik over en aan haar schrijf, waarna ik de hartjes met rode pen in kleur.
Op het kaartje schreef ik een tekst die ik was tegengekomen en die me raakte. Ook schreef ik een belofte aan haar, maar misschien wel het meeste aan mezelf.
Ik knoopte het kaartje aan de bos bloemen, zoals je een bos bloemen geeft om iemand te feliciteren.

Ik kon haar niet feliciteren.

Bij het naderen van haar geboortemaand, in het tweede jaar na het overlijden, liep ik langs de kaartenrekken in de lokale boekhandel. Ik probeerde mijn hoofd uit te zetten en te voelen wat kloppend was. Na het eerste bezoek en twijfels of ik een betere kaart zou vinden ging ik terug naar de boekhandel voor de kaart met een roze hartjes ballon en de salie groene envelop. Als ik geen rode hartjes gebruik dan zijn het roze hartjes, door de kleur van één van haar truien: roze.

De kaart voelt als een soort geperst karton en op de achterkant staat, zag ik later bij het schrijven, dat de kaart gemaakt is van natuurlijke vezels. Van een bijzondere milieuvriendelijke plant van Hollandse bodem. Toepasselijk wel, want ze rust op een natuurbegraafplaats.

Perfecte en toepasselijke kaartjes, maar er is niks aan deze rouw wat perfect of toepasselijk is. Er is niks wat juist voelt, maar voor heel even in alle stormen was er rust.

Bij verjaardagen horen cadeautjes, bij deze geboortedagen nu ze hier niet meer fysiek is, hoort rouw maar is het ‘cadeautje’ misschien wel dat ik op deze dagen zo goed mogelijk voor mezelf zorg.

En zo ging ik op haar tweede geboortedag sinds het overlijden naar haar toe, de geschreven kaart in mijn tas, die ik voorlas. Ik nam de tijd om de gekochte bloemen zo mooi mogelijk op haar graf te leggen, ik at een taartje en voelde de warmte van de zon op mijn gezicht. En voor heel even, een momentje, was het goed. Hoe rouw kloppend kan voelen.

En voor heel even, een momentje, was het goed. Hoe rouw kloppend kan voelen.